Sinds 1 januari 2024 is de Wet kwaliteitsborging bouw (Wkb) opgegaan in de Omgevingswet. Dit betekent dat voor nieuwbouw binnen Gevolgklasse I het Stelsel kwaliteitsborging geldt. Doel van het stelsel kwaliteitsborging is de bouwkwaliteit te verhogen. Door dit nieuwe stelsel is er strenger bouwtoezicht en een betere aansprakelijkheidsregeling. Op 1 januari 2025 gaat deze wet ook in voor verbouw binnen Gevolgklasse I.

Tot 2029 geldt het Stelsel kwaliteitsborging alleen voor eenvoudige bouwwerken

Dit zijn bouwwerken met een laag risico (Gevolgklasse I), zoals eengezinswoningen, woonboten, recreatiewoningen en bedrijfsgebouwen van maximaal 2 verdiepingen. Eerst  controleerde de gemeente vooraf of uw bouwplan aan de bouwtechnische voorschriften voldoet. Door de nieuwe wet doet de gemeente dit niet meer voor deze eenvoudige bouwwerken, maar wordt het werk uitgevoerd door een onafhankelijke kwaliteitsborger.

U huurt zelf een kwaliteitsborger in voor eenvoudige bouwwerken

Vanaf 1 januari 2024 huurt u verplicht zelf een kwaliteitsborger in. Deze controleert of uw bouwwerk uit Gevolgklasse I voldoet aan de wettelijke technische eisen. In het stappenplan hieronder leest u wat u precies moet doen. Na 2029 zal de kwaliteitsborger ook verplicht worden voor bouwwerken uit Gevolgklasse II en III.

Bouwwerken in Gevolgklasse II en III zijn risicovolle bouwwerken

Bijvoorbeeld scholen, hotels of appartementencomplexen. Voor deze bouwwerken heeft u voorlopig nog een omgevingsvergunning (omgevingsplanactiviteit en bouwactiviteit) nodig. Deze kunt u aanvragen via het Omgevingsloket. De gemeente toetst complexe bouwplannen zelf aan de bouwtechnische voorschriften. U hoeft geen kwaliteitsborger in te huren.

De kwaliteitsborger controleert voor en tijdens de bouw

De kwaliteitsborger toetst of het bouwplan voldoet aan de bouwtechnische voorschriften. Deze voorschriften gaan bijvoorbeeld over brandveiligheid, fundering of energiezuinigheid. De voorschriften staan in het ‘Besluit bouwwerken leefomgeving’ en in het Omgevingsplan.

Toezicht houden gaat via een instrument voor kwaliteitsborging. Dat is een systeem waarmee een kwaliteitsborger tijdens de bouw erop toeziet of wordt voldaan aan de wettelijke bouwtechnische eisen.

Private partijen ontwikkelen deze instrumenten, die daarna worden gekeurd door de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw. Als het instrument aan de eisen voldoet, mag het gebruikt worden voor kwaliteitsborging.

Hoe werkt het straks als u gaat (ver)bouwen?

Via Omgevingsloket → vergunningencheck(externe link) controleert u in welke Gevolgklasse uw bouwwerk valt. De omgevingsvergunning gaat over of het bouwwerk past in de omgeving. De gemeente controleert of uw aanvraag voldoet aan de regels in het Omgevingsplan. Bijvoorbeeld of uw bouwplan voldoet aan de welstandseisen. Binnen 8 weken beslist de gemeente of uw aanvraag is geaccepteerd of afgewezen.

Naast een omgevingsvergunning, moet u ook een bouwmelding en gereedmelding indienen. De meldingsplicht gaat over de bouwtechnische voorschriften.

Stappenplan melding Gevolgklasse I

  1. Huur een kwaliteitsborger in
    Op de website Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw(externe link) vindt u een lijst met kwaliteitsborgers.
     
  2. Vier weken voor start bouw dient u een bouwmelding in
    Via het Omgevingsloket(externe link) dient u een complete melding in. U mag nog niet beginnen met bouwen.

    U krijgt van de gemeente te horen of uw melding is geaccepteerd of afgewezen. Ontbreekt er informatie? Dan moet u een nieuwe melding indienen. Vier weken na het indienen van de melding, mag u met de bouw beginnen.
     
  3. Twee dagen voor start bouw informeert u de gemeente hierover
    Twee dagen voor het begin van de bouw geeft u dit door via het Omgevingsloket(externe link).
     
  4. De kwaliteitsborger controleert tijdens de bouw
    De kwaliteitsborger controleert of aan de bouwtechnische voorschriften wordt voldaan.

    De gemeente blijft het bevoegd gezag. Wanneer de kwaliteitsborger of de gemeente een probleem ziet, kan de gemeente de bouw stilleggen. Ook als geen bouwmelding of gereedmelding is ingediend, kan de gemeente handhaven. De kwaliteitsborger kan dit niet.

    U ontvangt een verklaring van de kwaliteitsborger als het vertrouwen bestaat dat het bouwwerk aan de bouwtechnische voorschriften voldoet.
     
  5. Eén dag na beëindiging van de bouwwerkzaamheden informeert u de gemeente hierover
    Eén dag na het einde van de bouw, geeft u dit door via het Omgevingsloket(externe link).
     
  6. Twee weken na het indienen van een complete gereedmelding mag u het gebouw in gebruik nemen
    Dit doet u minimaal 2 weken voor u het bouwwerk wilt gaan gebruiken. U krijgt van de gemeente te horen of uw gereedmelding is geaccepteerd of afgewezen.

    De eisen voor een bouwmelding en een gereedmelding vindt u in het Besluit bouwwerken leefomgeving in artikel 2.19 (Bouwmelding) en artikel 2.21 (Gereedmelding)(externe link).

Bijzondere lokale omstandigheden (BLO’s)

Met het Stelsel kwaliteitsborging verbetert de bouwkwaliteit en is er meer controle op het werk van de aannemer. Een kwaliteitsborger is een onafhankelijke controleur, die van plan tot oplevering meekijkt en controleert of het gebouw aan de technische bouwregels voldoet. De kwaliteitsborger moet actief nagaan of er bijzondere lokale omstandigheden (BLO’s) zijn, en daarmee rekening houden in de risicobeoordeling.

Wat zijn bijzondere lokale omstandigheden?

Soms is er op de bouwlocatie iets aan de hand dat niet direct zichtbaar is. Iets dat gevolgen kan hebben voor de technische bouwkwaliteit van een gebouw. Het gaat om specifieke risico’s waar de gemeente van op de hoogte is en een initiatiefnemer of kwaliteitsborger mogelijk niet. Dit noemen we een bijzondere lokale omstandigheid (BLO). Denk aan een ondergrond die niet overal even sterk is of een harde kleilaag in de bodem, die gevolgen heeft voor de fundering. Denk ook aan de Peelrandbreuk die vele breuken telt, die soms doorlopen tot aan het aardoppervlak. De kwaliteitsborger moet hiermee rekening houden in zijn of haar beoordelingen en adviezen. In het geval van de slechte ondergrond moet de fundering dus wel zodanig zijn, dat het gebouw veilig is.

Gemeente Deurne wijst op dit moment geen ‘Bijzondere lokale omstandigheden’ aan

U als initiatiefnemer en kwaliteitsborger houdt dan toch de onderzoeksplicht om een bouwwerk binnen de geldende regelgeving en met de wettelijke technische bouwkwaliteit te realiseren. Gemeente Deurne kan op elk moment besluiten om alsnog BLO’s aan te wijzen. Controleer dus altijd voordat u begint met bouwen wat de BLO’s zijn.

BLO’s gaan om risico’s die gaan over de technische bouwkwaliteit

Risico’s die te maken hebben met andere zaken, zoals bodemverontreiniging, archeologie, waterveiligheid, milieu, bouw- en sloopveiligheid en de regels uit het omgevingsplan moeten ook beoordeeld worden, maar daar gaat de kwaliteitsborger niet over. Dit zijn dus geen BLO’s, maar hiermee moet wel rekening gehouden worden in de planontwikkeling. 

Aandachtspunten die altijd van toepassing zijn op de technische bouwkwaliteit

Let op! Onderstaande lijst is niet volledig. Uit vooroverleg en/of vergunningsplicht (omgevingsplanactiviteit) kan de gemeente Deurne u extra aandachtspunten geven.

Fundatie

  • Wilt u een fundering gaan plaatsen, dan adviseren wij grondmechanisch onderzoek (sondering) uit te voeren. Dit omdat er lokaal verschillen zijn in bodemgesteldheid, bijvoorbeeld door de Peelrandbreuk. De uitkomst van de sonderingtechniek bepaalt welke funderingsmethode moet worden toegepast.
  • Het grondwaterpeil in de gemeente Deurne varieert. Daarom adviseren wij uw fundering zo te ontwerpen dat er een lage grondspanning optreedt. Hier ligt ook nog een belang voor het ontwerpen van de hemelwaterinfiltratievoorzieningen op eigen terrein.
  • Resten van funderingen of andere materialen in de bodem, die mogelijk van invloed zijn op de funderingswijze.
  • Specifieke funderingsconstructies van belendingen, die van invloed zijn op de fundering van een te bouwen bouwwerk.

Monumenten

Bij bouwwerkzaamheden bij een monument, een bouwvallig gebouw of een gebouw dat slecht gefundeerd is, moeten vooraf extra maatregelen genomen worden die het risico op het ontstaan van schade door trillingen verkleinen.

Grondwaterbeschermingsgebied

Provincie Brabant heeft boringsvrije zones bepaald om grondwater te beschermen op de plekken waar drinkwater wordt gewonnen. Deze boringsvrije zones zijn gebieden met kleilagen waarvan de provincie heeft bepaald dat je er niet doorheen mag boren. Als u een funderingsadvies opstelt (bijv. bij het boren van putten) moet u rekening houden met de eventuele aanwezigheid van een grondwaterbeschermingsgebied en de regels die daarvoor gelden. U vindt deze beschermingsgebieden in het Omgevingsplan op de website van Atlas Natuurlijk Kapitaal(externe link).

Spoor

Werkzaamheden onder of nabij het spoor kunnen vergunning- of meldingplichtig zijn bij ProRail op basis van de Spoorwegwet. Bij het leggen van kabels en leidingen onder het spoor, het bouwen van bouwwerken, werken en objecten in de nabijheid van het spoor en/of het uitvoeren van boringen, graafwerkzaamheden en heien in de nabijheid van het spoor moet contact opgenomen worden met ProRail voor het indienen van een aanvraag of melding.

Overige

  • De windbelasting en sneeuwophoping op een bouwwerk als gevolg van bouwwerken in de omgeving.
  • Ontplofbare oorlogsresten, aandachtsgebied met betrekking op heien, sonderen en aardwarmtesystemen.
  • Bouwkundige of installatietechnische voorzieningen als gevolg van bouwen bij milieubelastende gebouwen/objecten.
  • .Bluswatervoorzieningen en bereikbaarheidskaart.
  • Register Externe veiligheid.
  • Door (spoor)verkeer en/of industrielawaai kan het zijn dat uw bouwwerk een zodanige geluidsbelasting ondervindt dat de voorkeursgeluidgrenswaarde wordt overschreden en de geluidswering van uw gevel niet toereikend is. U moet dan een hogere geluidsgrenswaarde aanvragen en/of extra geluidswerende voorzieningen treffen. Een akoestisch onderzoek naar de geluidsbelasting en/of geluidwering is dan nodig.
  • Bouwen in de buurt van de ondergronds leidingen van de Gasunie- en RRP-leiding vereist extra aandacht.

Heeft de tekst op deze pagina u geholpen?