Eén van de onderdelen van de nieuwe Omgevingswet is de omgevingsvisie. Iedere gemeente in Nederland stelt zo’n visie op, ook de gemeente Deurne. In de omgevingsvisie bekijken we hoe de omgeving er in de toekomst uit komt te zien. Waar is ruimte voor natuur? Waar kunnen woningen gebouwd worden? Waar kunnen wegen aangelegd worden?

Enquête

Alleen door samen met inwoners, ondernemers en maatschappelijke organisaties een gezamenlijke koers voor de toekomst uit te stippelen, kan Deurne een sterke en aantrekkelijke gemeente blijven.

Om voorkeuren, wensen en meningen voor de omgevingsvisie op te halen, is begin 2021 een onderzoek door middel van een enquête gehouden onder alle Deurnese inwoners. Inwoners konden aangegeven wat zij bijvoorbeeld de mooiste plek en de minst mooie plek in de gemeente Deurne vinden. En waar wel en juist geen woningen gebouwd kunnen worden. En hoe het buitengebied er in de toekomst uit moet gaan zien.

Resultaten enquête

Uit de enquête kwam naar voren dat:

  • De natuurgebieden de mooiste plekken zijn in de gemeente, maar dat de dorpen een goede tweede zijn.
  • De omgeving Lagekerk en het bedrijventerrein Kranenmortel de minst mooie plekken zijn in Deurne.
  • Het spoor en met name de overgangen op de Binderendreef en Toon Kortoomslaan - Liesselseweg belangrijke knelpunten zijn.
  • De twee belangrijkste aandachtspunten voor de omgevingsvisie wonen en natuur zijn. Beide werden door 56% van de respondenten genoemd.
  • In nieuwe woongebieden groen, bereikbaarheid en woningen voor starters en senioren belangrijke aandachtspunten zijn. De mogelijkheden voor woningbouw zowel in de kernen als aan de randen van de kernen liggen.
  • In de natuurgebieden, maar ook in het Kasteelpark vooral niet gebouwd moet worden.
  • De meningen over het toekomstscenario voor het buitengebied uiteen lopen, variërend van een buitengebied met (veel) minder landbouw (29%), naar een buitengebied met meer menging van functies (35%) tot een buitengebied dat een productiegebied voor voedsel en andere agrarische productie blijft (24%).
  • Het overgrote deel van de respondenten aangeeft dat wonen moet worden toegestaan in de bestaande boerderij. De meningen over de bedrijfsgebouwen verschillen wel sterk. De hoofdlijnen zijn slopen of andere functies, maar dan wel met voorwaarden, zoals bijvoorbeeld kwaliteitsverbetering en kleinschaligheid.
  • Volop kansen en mogelijkheden worden gezien. Voor ‘gezondheid’, een belangrijk nieuw thema in de omgevingsvisie, worden vooral kansen gezien door de aanleg van extra groen voor spelen, bewegen en recreatie (71%), het onderhoud om de openbare ruimte schoon, heel en veilig te houden (66%), de aanleg van wandel- en fietspaden (63%) en strengere (milieu)regels tegen luchtvervuiling, geur- of geluidsoverlast (59%).