Voor alle communicatie met betrekking tot het Natuurbrandbeheersplan, en de maatregelen die daaruit voorkomen, is separaat een communicatiestrategie opgesteld. De hoofdlijnen van deze strategie zijn in de hoofdstuk opgenomen.

5.1 Communicatieaanpak

De communicatieaanpak is drieledig:

  1. Procescommunicatie Natuurbrandbeheersplan: alle communicatie met betrekking tot (het vaststellen van) het Natuurbrandbeheersplan.
  2. Procescommunicatie maatregelen: alle communicatie met betrekking tot de maatregelen (beheer en bestrijding) die voortkomen uit het Natuurbrandbeheersplan (uitvoeringsplan).
  3. Risicocommunicatie: alle communicatie die wordt ingezet om mensen bewust te maken van het risico wat een natuurbrand met zich meebrengt in de omgeving waar ze wonen, werken en recreëren. Met aandacht voor het bieden van handelingsperspectief bij het voorkomen van een natuurbrand en wat te doen in tijden van een natuurbrand (preventie). Inclusief de communicatie na een natuurbrand (nazorg).

N.B. Crisiscommunicatie: wanneer er branden zijn in de Deurnsche Peel en Mariapeel, gelden de afspraken zoals die gelden voor een regulier crisisproces. Crisiscommunicatie is een onderdeel van het proces Bevolkingszorg, wat een gemeentelijk proces is. Daarnaast is de burgemeester eindverantwoordelijk is voor de openbare orde en veiligheid waaronder ook het tijdig informeren van inwoners ten tijde van rampen en crisis behoort. De veiligheidsregio kan gemeenten ondersteunen bij crisiscommunicatie.

5.2 Communicatie uitgangspunten

Om effectief te kunnen communiceren is het noodzakelijk dat er samenhang in de communicatie wordt aangebracht. Dit geldt voor zowel procescommunicatie als risicocommunicatie. Een goede afstemming -met diverse partners- en bundeling van informatie is essentieel voor een efficiënte informatievoorziening. We hanteren daarom de volgende communicatie uitgangspunten:

  1. We zijn open en transparant. Dit betekent dat we dillema’s bespreekbaar maken en ook communiceren als er geen ontwikkelingen zijn. Denk aan een jaarlijkse terugkoppeling naar de omgeving over de stand van zaken in het gebied.
  2. Doe wat je zegt. Actief communiceren schept verwachtingen over onze eigen inspanningen. Woorden alleen zijn niet genoeg. Betrouwbaarheid wordt afgemeten aan daden. We verstrekken dan ook tijdige, volledige en betrouwbare informatie.
  3. Eenduidige communicatie. Door middel van goede (proces)communicatie laten we steeds zien dat we werken aan de maatregelen. In de procescommunicatie is elke partner zelf verantwoordelijk. Waarbij we altijd samenhang creëren binnen de verschillende opgaven/maatregelen en een overkoepelende kernboodschap opnemen.
  4. Maatwerk. Bij zowel procescommunicatie als risicocommunicatie is maatwerk vereist. Dit betekent dat er goed wordt gekeken naar welk middel voor welke doelgroep wordt ingezet.
  5. Bestaande communicatiekanalen. We maken zoveel mogelijk gebruik van de reeds bestaande informatiekanalen van de diverse partners. Deze kanalen zijn immers bekend en voelen vertrouwd bij de diverse doelgroepen en kunnen direct ingezet worden.
  6. Participatie indien mogelijk. Bij de uitvoering van de diverse maatregelen wordt waar mogelijk participatie met de omgeving ingezet. Waarbij we duidelijk zijn binnen welke kaders de omgeving kan worden betrokken (verwachtingsmanagement).
  7. Handelingsperspectief. In alle communicatiemiddelen die worden ingezet om mensen bewust te maken van het risico wat een natuurbrand met zich meebrengt in de omgeving waar ze wonen, werken en recreëren bieden we ook een handelingsperspectief (risicocommunicatie). Denk aan het bieden van handelingsperspectief voor het voorkomen van een natuurbrand.
  8. We communiceren in heldere en begrijpelijke taal (B1 niveau) en visualiseren zoveel mogelijk de ontwikkelingen en maatregelen.

5.3 Overkoepelende kernboodschap

Belangrijk is dat het voor de burger duidelijk moet zijn dat alle partners samen werken aan één gezamenlijk doel, dus dat ieders inbreng deel uitmaakt van het grote geheel. Voor de communicatie betekent dit dat we werken met een gezamenlijk koepelverhaal (parapluboodschap); een overkoepelende kernboodschap die de afzonderlijke partners gebruiken bij hun individuele communicatieacties.

Kernboodschap

Natuurbranden kunnen we niet voorkomen. We krijgen steeds vaker te maken met perioden van hitte en droogte als gevolg van het veranderende klimaat. Wel kunnen we de risico’s op een natuurbrand en de gevolgen daarvan verkleinen. Daarom werken Staatsbosbeheer, de veiligheidsregio’s Brabant-Zuidoost en Limburg Noord, Waterschap Aa en Maas en de gemeenten Deurne en Horst aan de Maas samen aan maatregelen in de Deurnsche Peel en de Mariapeel om de brandveiligheid te vergroten. Zo zijn we beter voorbereid bij een volgende natuurbrand, houden we de omvang van de brand zo klein mogelijk en beperken we de gevolgen zoals overlast voor omwonenden. Daarnaast laten we zien wat je als inwoner en bezoeker(s) zelf kunt doen om een natuurbrand te voorkomen en nadelige gevolgen te beperken.

5.4 Samenwerking met partners

De intentie is om gezamenlijk op te trekken met respect voor elkaars rol en verantwoordelijkheid, ook in de communicatie. Zo laten we zien dat we gezamenlijk werken aan meer brandveiligheid in het gebied. Gezamenlijkheid is niet altijd vereist, bijvoorbeeld omdat een partner heel specifiek voor een specifieke actie verantwoordelijk is. Zo zal bijvoorbeeld Staatsbosbeheer zelf communiceren over de maatregelen die rondom natuurbeheer en inrichting worden genomen. Soms bevinden partners zich bovendien elders in het krachtenveld dan de gemeente. Gezamenlijke communicatie kan dan zelfs afbreukrisico’s introduceren. Communicatie wordt wel steeds met de samenwerkingspartners afgestemd; zij mogen niet voor verrassingen komen te staan. Bovendien committeert elke partner zich aan de algemene (communicatie)uitgangspunten en de kernboodschap zoals hierboven beschreven.